Wie, oh wie, gaat er me ooit eens leren vlechten? Tijdens mijn scoutstijd zag ik bepaalde van mijn vrienden met de vingervlugheid van een gedreven spin knopen, lussen en allerhande andere ingewikkelde touwstructuren in mekaar steken. Met een mengeling van verbazing en best wel een stukje jaloezie, stond ik er op te kijken – mezelf in het achterhoofd wijs makend dat dit soort behendigheid in het latere leven toch nooit meer van pas zou komen.

Maar zie, niets is minder waar. Van de tarwe-roggebroodjes wou ik een elegante vlecht maken, en dan afbakken. Het Zwitsers brood nog in gedachte, durfde ik er tot nader order niet aan beginnen. Tot iemand me vakkundig en déftig de edele kunst van het vlechten aanleert, met andere woorden.

Dus het werden kleinere broodjes, gezellig tegen mekaar tijdens de tweede rijs. Er bestaat ongetwijfeld een loepzuivere bakkersterm voor, maar die ontsnapt me. Dergelijke benamingen krijg je niet zomaar op een ik en een gij gegoogeld.

Na de het zeer geslaagde kastanjebrood en de magnifieke Doyenné-taart (nog één spietje over voor morgen, de rest zit bij Lucrèce en Peter) mag het weer eens wat meer de zoute kant op – naar elks believen en weldunken. Kan met spekjes, pikante worstjes, noten… Doe maar. En Rogge gebruikt, dit keer een beetje anders dan anders (en onder het motto: bakken is en blijft een uitdaging). Het wordt alvast een spannend ontbijt morgenvroeg, zeker met dat vleugje cacao en de basterdsuiker…

Ongevlochten tarwe-rogge broodjes

Recept

• 150  gr Rogge
• 150 gr Bise
• 200 gr witte Tarwe Tipo O
• 1 EL ongezoet cacaopoeder
• 1 EL basterdsuiker
• 12 gr zeezout
• 22 gr verse gist
• 50 gr Ghee
• 300 ml lauwe melk

• Meng de bloemsoorten en voeg er de gezeefde cacao en de basterdsuiker bij.
• Bereid de verse gist voor : 50 ml lauw water, 1 EL bloem en 1 KL witte suiker. Zet 10 minuten weg op een warme plaats.
• Maak een kuiltje in de bloem, giet er het gistmengsel in en bedek met de bloem. Laat even rusten.
• Voeg er al roerend de warme melk bij, eindig met het zout en kneed 12 minuten machinaal.
• Laat de deegbal 20 minuten rusten onder een vochtige handdoek
• Eerste rijs 30 minuten
• Sla het deeg plat zonder er de lucht uit te halen
• Plooi en vouw een aantal keer overslag, zodat het gaat “rekken”
• Laat opnieuw even rusten
• Steek er twaalf gelijke porties van met een spatel, voeg de ingrediënten toe en bol de balletjes op en bestuif met bloem
• Leg ze vrij dicht in de lengte tegen mekaar op een met bakpapier bedekte bakplaat
• Laat 10 minuten rusten, daarna 40 minuten rijzen

• Besproei met een beetje lauw water, werk facultatief af met zaadjes, pitten…
• Bak 40 minuten in een oven van 200 graden

Status: ten dele beschikbaar voor een zondagochtend