Er is verse bloem in huis – met de nadruk op “vers” – en nog niet van de minste, weze het met enige fierheid gemeld. De molentocht van vandaag bracht me eerst naar Hoeke, daarna de grens over naar het Nederlandse Cadzand.
Was zéér onder de indruk van de oude maalcultuur die hier en daar bezield terug tot leven gebracht wordt.
In de Polders stond er een stevige wind, en naast de klappende wieken van de Hoekemolen valt niet te kijken. De molenaar – Philippe De Volder – is een man met kennis, vaardigheid, van daad, ziel en gelukkig ook van het woord. Want het bezoek werd rijkelijk voorzien van veel uitleg. Ik heb kunnen meemaken hoe hij zijn molen “in de hand heeft”, beheerst, controleert, vast legt, beschermt tegen bliksem, er het graan van de tarwe-akkers van Westkapelle mee maalt. Langs smalle trapjes tot in de nok zie je hoe alles raderfijn op mekaar is ingesteld. De wieken die in een razende snelheid de wind vangen, als reuzen die het landschap beheersen. Nu pas begrijp ik wat Don Guichot echt bedoelde… En ook: “le plat pays, qui est le mien”…
De witte bloem die ik er voor amper enkele euro’s kocht, ziet er onweerstaanbaar mals en rijk uit. Moest ik een vrij ambachtsman zijn – zoals een molenaar – en morgen geen stomme werkdag voor de boeg hebben, ik begon vanavond nog mijn aanwinst te mengen met water, boter, gist, suiker en zout, om er zalig brood mee te bakken op de Chamottesteen.
Ook in Cadzand de molenaar aan het werk gezien, de houten raderen en de wieken haast lijfelijk voelen draaien. Als een machine die zorgt voor leven, als een simpele filosofie, als een lied in de gure noordenwind. Geen nostalgische folklore, maar vaardige arbeid. In vergelijking met cijfers en komma’s, word je hier pas echt lyrisch van.
En ook hier werd er geoogst: er ging een bruine zak volkorenbloem mee naar huis.
De molen van Hoeke is elke eerste en derde zondag van de maand open. Die van Cadzand weet ik in feite niet, of in feite wel: als de wieken draaien. Zo eenvoudig ligt dat bij die stoere mannen, ze hangen niet vast aan een strak tijdschema. Wel aan wind en weer, de krachten van de natuur. Anita, Helma, Peter, Federik, broodliefhebbers alom… DIT zouden we samen eens moeten doen!
Erg bedankt Pierre, Miquette en Mahé, voor deze voor mij haast wonderbaarlijke molentocht…. Een aanzet om weer wat nieuw leven in dit blogje te blazen, zeker weten.
Wordt vervolgd.
Wij vonden het ook een leuke en leerzame namiddag. Mahé vond jou’nen toffen’ en bedankt je nog eens voor de heerlijke hartjessnoep en chocolaatjes. Mijn paardenkoppen zijn ook al gehalveerd…
Nu wachten we op een foto van een smakelijk polder- of zeeuws broodje.
Veel plezier met ons Nanne en tot een volgende molentocht met wandeling.
Dag Miquetje,
Onze uitstapjes zijn in feite altijd wel leuk en boeiend, zo zat ik me te bedenken. Of het nu Limburg of graanmolens zijn, allemaal dik OK. Zoals het brood, smaakt het telkens naar meer. Een zondagnamiddag is op die manier zo voorbij, en doet weer uitkijken naar een volgende. De molens in hun werk zien, vond ik écht wel super. Het resultaat van al dat gemaal en gewiek gaat vanavond nog de oven in (en straks op het blogje).
Tot gauw, en groetjes ook aan Mahé – ik haar ook een “toffe” 🙂
Ook wij hebben genoten van de vernieuwde kennismaking met de graanmolens uit onze eigen streek.
De molen van Cadzand is open elke zondag van 14 tot 18 uur.
Ook de molen van Ursel met de bakkerij op het Provinciaal domein Drongengoed is een bezoek waard.
Bakkers ! Wanneer organiseren we een “graantocht” ?
Bedankt voor de link naar de molen van Cadzand, Pierre. Post ze vanavond nog in het berichtje over het “Polderhuwelijk”, een mengeling van onze oogst van gisteren. Zou moeten meevallen, maar ben toch benieuwd naar het resultaat. Hoewel, heb leergierig je bakkerstips van gisteren onthouden en vanavond toegepast, dus in principe kàn dat niet fout gaan 🙂
Altijd bereid voor de ontdekking van de molen van Ursel, geen twijfel daarover! En wat de “graantocht” betreft: volmondig JA…