Tags

,

Brood bakken is een blijft een zinnelijke bezigheid – wie zal het me op dit blogje willen tegenspreken? En zinnen zijn niet alleen aan mekaar geregen woorden, neen, veel meer dan dat, ze moeten ook bij wijlen “verzet” worden. Het lijkt wel een versnelling op mijn fiets, tandje erbij, tandje minder. In evenredigheid met de helling natuurlijk.

Zinnen verzetten en even van versnelling veranderen, daar dienen hoe dan ook avonden en brood bakken voor. Afhankelijk van de te bekimmen hellingen, en die zijn er zo nogal de laatste tijd.

Zo bijvoorbeeld vorige zonnige-zondag, maar dan eerder van aangename, recreatieve aard: een indrukwekkende, lange wandeling gemaakt door het land van Zulzeke (of all places, indeed), samen met neef Frederik. De postich zit nog steeds geel te wezen op de juiste bladzijde van de wandelgids (Wandelboek Oost Vlaanderen, Lannoo) en ook de kuiten laten zich nog behoorlijk voelen. De Vlaamse Ardennen uitgesproken ten voeten uit, en meteen ook een totaal ander beeld over “onze jongens” de koereurs die hier de befaamde Ronde jaarlijks torsen. Letterlijk, echt wel letterlijk, dat torsen, want de hellingen zijn écht niet min. Wat een mens al niet moet overhebben voor de eer en glorie van het Vaderland. En de reputatie ervan, tenminste als het over twee wielen gaat.

Hotondberg

(De Hotondmolen was oorspronkelijk een staakmolen, en deed in ver vervlogen tijden dienst als olie- en korenmolen. Hoewel nog steeds het landschap dominerend, staat hij er nu wiekenloos bij).

Neef Frederik

Neef Frederik

Neef Frederik is trouwens een uitmuntend en betrouwbaar kaartlezer, het mag uitvoerig gezegd worden.

Pottelberg

Omdat er toch aardig wat calorieën verbrand werden én omdat de top van een heuvel (de Kasselweg bijvoorbeeld, uit eigen ervaring sprekend) aan de andere kant per definitie ook een stuk afdaling heeft, vlug twee broodjes de oven in. Nou ja, vlug, het tempo van broden is ons inmiddels al genoegzaam bekend, toch?

Deze de middag tussendoor een poolish gemaakt van 300 gr, met witte tarwe van Hoeke (restantje weggewerkt) en schuimend laten rijpen. De goede ouwe Bise uit de kast gehaald en half om half gemengd met volkoren van Cadzand (nu is de voorraad er echt wel door), samen goed voor 600 gr. Verse gist van Bruggeman, kwistig 25 gram, opgelost in wat lauw water en een (kakel)vers eitje. 13 gram oceaanzout, 3 KL reuzel, een KL gezeefd cacaopoeder voor het kleur en een flinke EL lopende honing – door de bietjes bij mekaar gespaard in Ardense bossen.

Eentje puur natuur (het kleintje) – en tja, ik kàn het toch echt niet laten – de hartige toets bij het andere (het grote) ingewerkt met wat fijne stukjes gerookt spek en harde bergkaas (Cantal). Bedoeld als reserve tegen dat het weer eens stevig bergop moet gaan tijdens de werkweek. Maar de broodjes zelf ondergingen het gedwee, met vaste tred: rusten, rijzen, kneden, platslaan, opbollen en vormen dat het een lieve lust was. En dan in de rijskamer onder de geruite keukenhanddoek voor een uurtje of zo, beloftevol voorbereiden voor een oven van 220 graden en bakken op het rooster, gedurende zowat 35 minuten.

Nog even een foto shooting en klaar. Rustig laten afkoelen tot morgenvroeg – altijd leuk en tegelijkertijd spannend om dan de keuken binnen te stappen. Bedenking: nogal goed dat CM niet aan mijn kleine huiselijke gezelligheid kan….

Vormbroden hartig

Vormbroden hartig

Vormbroden hartig

Vormbroden hartig