Tags

,

Vanavond uitzonderlijk niet – kunnen – gaan fietsen. En veel zin om met mijn werk bezig te zijn heb ik hoegenaamd niet, gezien het klimaat(e.a.). Bloggen is weer nét even leuker.

Na 7 (zeven) weken afwezigheid door “herstelling” is mijn Trekkie zaterdag eindelijk terug thuis geraakt. Ziet er prachtig uit en is overduidelijk in topconditie, met alle gevolgen van dien.

Vorige zaterdag meteen als een jong veulen de natuur in (respect voor de eigen leeftijd ontbreekt me soms, toegegeven) door greppel en gracht, door wei en akker, door bos en geloverte, over landwegel en karrenspoor. Niets, maar dan ook niets kon het zolang gescheiden duo tegenhouden om er weer eens stevig tegenaan te gaan en de nodige kilometers door benen, nieuwe ketting en volledig vernieuwde remschijven te jagen.

De nacht was te kort, zondagmorgen “au krieke du jour” kliefde ik alweer als een losgelaten haas (maar dan op wielen) door de Scheldemeersen. Zevergem, Gavere, Semmerzake… onze landelijke dorpen – gewaagd aan de Franse parels her en der gezaaid – zagen eindelijk de getrouwe fietser en zijn ros monter terug door hun afgebakende gebieden trekken.

Als voorspelbare hindernis, wegenwerken op weg naar huis. Waar niet trouwens, dezer dagen? Bestaan er nog wegen waar niét aan gewerkt wordt? Ter verbetering van ons aller welzijn? Grind is misschien een nuttige, maar meteen ook gevaarlijke uitvinding. Trekkie lust het niet zo graag, ik zelfs aardig minder. Terwijl voetbalfans joelend en in tricolor naar het stadium trokken, ging ondergetekende blogger met fietsje en al er behoorlijk onderuit. Grind. No grip. Rolval over schouder en knie, zo geknipt uit in een volwaardige Tour de France of Kemmelberg. Een (nog niet te versmaden, laat me eerlijk blijven) jogger hielp ons weer recht. Ontsmettingsalcohol piekt, zeker weten. En Algipan op de bips is vettig spul.

Vanavond noodgedwongen thuis, als kreupele bakker. Sorry Trekkie. De broodoven vreest kiezel noch wegenwerken, die kreeg de volle laag, als pure compensatie. Krenten en noten, verdomme, grof op de snee.

Mooi, werkbaar doch klassiek deeg: 300 gr 10-granen, 400 gr donker volkoren, 30 gr verse gist en 40 gr malse boter. Gekende hoeveelheden zout en suiker, en rijk voorzien van notenmengeling (voor het ene, het ronde) en bakrozijnen (voor het andere, het lange). Zoals al eerder gemeld vandaag, rijzen is in dit klimaat écht geen kunst. Wel dit keer de in lauw water opgeloste gist vooraf een kwartiertje laten rusten in een kuiltje in het bloemmengsel, en daarna – alvorens het kneden – stevig gespateld. Werkt weeral beter. Al doende leert Den Mensch.

Bakrozijnen, notenBakrozijnen, notenBakrozijnen, noten

Ze hebben al een bestemming voor morgen, de broodjes, ik doe ze cadeau. Want geen sport, geen calorietjes. Zo streng doch rechtvaardig moet een goedgeaarde bakker nu eenmaal voor zichzelf zijn. Excuses zijn van geen tel, of toch tenminste te verwaarlozen op dat gebied. Wil ik tenminste nog iets of wat toonbaar binnenkort op een of ander zomers strand verschijnen. Ahum.