Na zoet komt hartig, of was ook dit net omgekeerd? De volgorde is zelf te bepalen, naar eigen smaak en believen. Hier ging de keuken gewoon naadloos over van zoet naar hartig. Wat broodjes om de maandagochtend mee op te fleuren, want ook dit zijn dingen die op een zondagse namiddag in mekaar kunnen gestoken worden. Terwijl half Vlaanderen nu stilaan terugkeert van de kust, de autoloze stad, de terrasjes, de fietstochten en het downloaden van een nieuw besturingsprogramma.
Ledeberg-markt op zondag heeft een notenkraam, maar dat was al langer dan vandaag geweten. En dat ik er noten koop uiteraard ook, no breaking news. Wel een notenmix meegebracht dit keer, en wel bestaande uit véél pinda’s, zonnebloempitten, wat hazelnoten en hier en daar een verdwaalde Pecan. Wat daarvan gedacht? Broodjes mee bakken!
Deeg
- 200 gr gezeefde witte tarwe (tipo 0)
- 200 gr volkorenmeel
- 50 gr zuivere, grove tarwe
- 30 gr boter
- 220 ml koude volle melk
- 25 gr verse gist (opgelost in wat melk)
- 25 gr suiker
- 11 gr zout
- 1 kakelvers loslopend ei
En ja, geloof het of niet, opnieuw volledig met de hand gekneed. De bloemsoorten vooraf mengen, kratertje vormen, zout en suiker netjes aan de buitenkant en ei, gist en melk vanbinnen. Eerst zachtjes beginnen draaien met de vingers en zo verder tot het echte kneedwerk begint. De bakkersstiel, ja, het is een harde doch o zo mooie stiel. 12 minuten jezelf uit de naad kneden (met hart en ziel, dàt vooral!), het is niet niks voor een sportieve zondagnamiddag. Doch zalig zij die zich geroepen voelen 🙂
Laat het vers geknede deeg welverdiend 15 minuten rusten onder een vochtige handdoek, daarna een halfuurtje rijzen op een warme, tochtvrije plaats (ik steek het tegenwoordig – met de handdoek erover – in een plastic zak)
Duw de gerezen deegbal lichtjes plat met de vlakke hand en strooi er de notenmix over. Deel het in twee, en leg beide delen op mekaar. Even aandrukken, opnieuw in twee delen en weer op mekaar leggen. Doe dit zo’n vijftal keer, op die manier zijn de noten mooi verdeeld door het deeg.
- Sla het nu door, bol het op en steek er gelijke stukjes van ongeveer 75 gram van. Duw de stukjes plat en bol ze netjes op, slot naar beneden.
- Wentel de bolletjes door een mengeling van voltarwemeel en aardappelbloem
- Schik ze op een bakplaat met bakpapier en knip ze aan de bovenzijde drie maal met een schaar in
- Laat ruim een uur rijzen onder handdoek en plastic
- Schuif ze met liefde in een voorverwarmde oven van 220 graden en bak gedurende 20 minuten gaar. Voorzie een heel klein beetje stoom.
- Laat afkoelen op een rooster, het weze andermaal gezegd.
Dat zien er weer lekkere bolletjes uit. Haal maar vlug je diploma en begin een artisanaal bakkerijtje. Nanne wil gerust winkeldochter spelen terwijl jij verse broodjes en taarten bakt.
Opnieuw een zware aanval van de fiscus te verwerken, helaas. Dat artisanale bakkerijtje zal wel bij een droom blijven, niets aan te doen. Wie in dit land werken wil, krijgt het hard te verduren, dat is inmiddels genoegzaam geweten. Gezellig thuis wat bezig blijven aan de oven, daar zal het bij moeten blijven – wat ook niet slecht is tenslotte.
En ze waren zalig als ontbijt deze week, bedankt!
Misschien nét iets te “fel” gebakken. Maar ja, ik had net bezoek op het moment dat alles de oven in moest… 🙂 Wijze raad van Tante Kaat: “bakker, blijf bij uw oven!”
De bakker was wat afgeleid door Mac- en IJslandverhalen 🙂