Gevleugelde en poëtisch getinte uitspraken over ons huidig herfstig seizoen hebben we inmiddels al genoeg gehad, en niet alleen op dit blogje, in de lift en zeer zeker bij de kapper. Het is gewoon donker, kil, somber en nat. Daarmee is het bijzonderste gezegd, of misschien nog nét er boven op: de donkere dagen voor Kerstmis lijken nu al hun intrede te doen.

Dat zet de neus van de nog resterende monterheid op een vrijdagavond in de richting van keuken en goed afgeschermde huiskamer, met alles wat daarin te beleven en te doen valt. Heugelijk an sich, want aanzet tot het weekend, wat kleur of klimaat van het gangbare seizoen er ook mogen van maken.

Met een flesje betere trappist in huis kan je twee dingen doen: er languit mee in de zetel voor TV gaan liggen en kijken naar menig stakingsaankondigingen, of er broodjes mee bakken. Persoonlijk vond ik dat laatste de meest aantrekkelijk keuze, en, toegegeven, al hoorde er volgens mij een beetje honing bij om de goedlachse Sint Bernardus wat ruggensteun te geven.

Eenvoudige bereiding, niet al te veel werk en afwas aan, mooi meegenomen op een rustige herfst- (of was het nu winter-) avond, stukje Piotr Anderszewki erbij en je voelt de milde stemming er langzaam maar zeker inrollen.

Deeg

• 200 gr patentbloem
• 200 gr volkoren Borsa
• 250 ml bleke trappist (Sint Bernadus, Chimay, Duvel, of een ander bier van hoge gisting)
• 10 gr gedroogde bakkersgist
• 25 gr boter
• 8 gr zout
• 30 gr lopende honing
• ½ KL cacaopoeder
• Maanzaadjes voor de afwerking

Werkwijze

• Meng de bloemsoorten, de droge gist en het cacaopoeder en start het kneden door er langzaam het bier aan toe te voegen
• Voeg er meteen de honing bij, daarna de boter en tenslotte het zout
• Kneed 10 minuten in de robot, daarna nog 5 minuten met de hand, tot het deeg wat warm en kleverig wordt
• Geef een deegrijs van 15 minuten, onder een vochtige handdoek
• Vet een metalen kom in met wat boter en geef een eerste rijs van 40 minuten, goed afgedekt en op een warme plaats

• Sla het deeg door, plooi en weeg het (zowat 700 gr)
• Steek er stukken van van ongeveer 70 gr
• Duw de deegstukjes plat, gebruik een heel klein beetje bloem op de handen en bol ze op tussen duim en wijsvinger
• Wentel de deegballetjes een voor een door de maanzaadjes
• Geef een rust van 15 minuten
• Schik op de voorbereide bakplaat en laat ruim 60 minuten rijzen

Bak 15 à 20 minuten in het midden van de traditionele oven op 200 graden

Laat afkoelen op een rooster, zet op tafel in een mandje 🙂