Tags

,

Eens te meer kort blogje voor vanavond, want ik was aan beurt om het lokaal op te kuisen, mijn glas wijn heeft kurk en er zit een fout in mijn zanddeeg (waar ik natuurlijk tijdens de les in duizend talen en Siberisch over gezwegen heb, wat niet weet, niet deert). Voor wie mijn erratum weet te vinden, bak ik met plezier tien zo’n taarten. En vijf Fougasses erbij. Of een mand Italiaans lekkers mee te brengen uit Limburg volgend weekend. Lap, ik gooi het in de ring. K. ?

Het Bretoense zanddeeg – mét constructiefout dus – had eigenlijk een aardbeientaart moeten worden, maar gezien de tijd van het jaar zou dat wel een beetje té snobbish geweest zijn. De appel overheerst het seizoen, dus er werden  gezonde “frietjes” van gesneden als afwerking. En zelfs door er nog eens met de bunzenbrander over te gaan, neen, het kan het niveau van de “freezekes” niet halen. Het deeg zelf en de vulling is wel mooi, lijkt me prima om bijvoorbeeld een bananenversie van te maken. Voor later, tegen dat het bananenseizoen is.

Bretoens zanddeegBretoens zanddeegBretoens zanddeeg

Petitfours zijn feestelijk, en op zich wel makkelijker te maken dan het lijkt. Alleen is het knap veel werk om zo’n amuse bouche in mekaar te steken – die de elegante bezoeker achteloos in één hap doet verdwijnen, na een al rijkelijk en werkzaam souper bijvoorbeeld. Een mokka-koffietje en een klein glaasje betere, glasheldere Grappa erbij, of een oude, goudgele Madeira om met de lippen getuit en de pink omhoog weg te nippen. Finesse oblige.

DSC_1381 DSC_1378 DSC_1374 Petitsfours

Maar goed, het Bretoense zanddeeg – my way – wordt zeker herhaald op dit blogje, mét recept. Dus alvorens menig trouwe volger aan het samenstellen van het eindejaarsmenu begint en zich de hersenen pijnigt in de zoektocht naar exquise desserts of een beter broodje: stay tuned!