Tags

,

Met een etmaal vertraging dit keer, de korte verslaggeving van de bakkersles. Die overigens op z’n laatste pootjes begint te lopen: vakantie voor het saldo van dit jaar, en begin 2015 nog twee te gaan, daarna is het uit. Een vervolg komt er – helaas? – niet, want op amper 24 uur is de culinaire sectie van het volwasseneonderwijs in deze stad compleet volzet. Althans bij het KISP. Inschrijvingen gaan op zondagmiddag open via hun website, en dan denk je: doe ik morgen wel, en kijk, daar staat de rode volzet-knop al te blinken. Een teken aan de wand dat mensen in deze tijden van staking en crisis steeds meer terugvallen op hun primaire behoeftes?

2015 zal dus met eigen bakkersriemen verder moeten afgeroeid worden, en wie weet waar we nog inspiratie kunnen vinden, zuurdesem op kop. Liederlijke, luisterrijke, illustere, gerenommeerde, fabuleuze en soms toch wel inventieve taart-constructies zullen minder voorkomen op dit blogje, zoveel is haast zeker. Een knappe perentaart of een Tarte Tatin, wie weet zelfs een heuse bûche of Stol voor de kersttijd komt nog wel aan beurt, maar een exemplaar zoals mijn (bijna ex-)bakkersmaten K. & A. gisteren in mekaar staken, neen, daarvoor is deze jongen te ruraal.

De Croquembouche – benaming was me compleet onbekend voor dit gebak – heb ik vroeger als kleine jongen gekend als een “Saint Honoré”. De bakker vlak naast “Molens Vanhengel” op het eind van de straat was er een grootmeester in: bolle soezen gevuld met slagroom, mokkaroom, zachte pudding of zelfs chocomousse werden kunstig gemonteerd op een taartbodem die wollig van de nodige met de hand geslagen zoete room voorzien was. De soezen zelf kregen per definitie met hun kop een doop in de chocolade, wat het geheel onsterfelijk onweerstaanbaar maakte. En na de zeldzame weken dat ik al eens braaf geweest was, bracht mijn moeder als beloning op zondag een Saint Honoré (*) mee van de bakker.

Gisteren op school werd het een versie in de karamel-richting, bodem van bladerdeeg en biscuit, soezen gevuld met zowel klassieke slagroom als banketbakkersroom. Het karamelliseren van de suiker vond ik een boeiend verhaal, elk heeft er zo zijn eigen methode voor – met of zonder water, met of zonder blussen.

croquembouchecroquembouchecroquembouchecroquembouche

De Terracotta-broodjes hadden wat rogge – verhouding 1 op 3 witte tarwe – en dat vond ik wel fijn, want ik had nog héél veel over rogge willen leren. Er gaat verse salie, bieslook en peterselie in – wat ergens een beetje thuishoort bij bloempotjes. Bij gelegenheid te herdoen in deze huiselijke bakkerij, mét recept.

TerracottabroodjesTerracottabroodjesTerracottabroodjesTerracottabroodjes

(*) Saint Honoré van Amiens was de schutspatroon van de banketbakkers