In Gent wordt onder de stadhal luidruchtig gefeest en gildig geklonken op kosten van de burgervader. En op het nieuwe jaar. Jaarlijkse tradities zijn heilig, hoewel veel andere courante verworven- en eigenheden plots helemààl niet meer zo heilig blijken te zijn. Ik was er niet bij, de massa heeft me niet kunnen opslokken, versmachten, mezelf er in laten verliezen. Het feestgedruis en de lawines van diepgemeende wensen van voorspoed, welslagen, gezondheid en nog heel wat superlatieven meer, evenmin.

Grote, lange, haast eindeloze nordic-wandeling in de streek Mullem, Huise, Zingem en Ouwegem. Soms vind ik het jammer dat Brel er niet over gezongen heeft, hij zou er zijn voer aan gehad hebben. In druilerige regen en langs de knoestige wilgen die als soldaten het glooiende landschap afbakenen. Weilanden met wollige schapen, onverstoorbaar deel uit makend van de ansichtkaart met “groeten uit Mullem” op. Einders die nog einders hebben, maar dan knap ver weg. Wat kan dit land toch mooi zijn, dacht ik, ook al is er zoveel dreiging in het zwerk, ook al hangt er zoveel met haken en ogen mekaar. Sommige stukken van ons dierbaar landschap, de eigenheid van de dorpen en de typische grijze hemel die alles overkoepelt, overleven het voorlopig nog. Vandaag wenste ik ze eens te meer nog een lang en mooi leven, langer dan een nieuw jaar. En ging een koffie drinken met een pannenkoek er bij in gevestigde waarde Café In De Kroon – nog steeds in dezelfde losse wandelaarssfeer als zeg maar 30 jaar geleden. Alweer melancholie, enkel in mijn kuiten voelde ik het verschil van toen.

Eenvoudig pompoenpitten brood, als een traag stilleven na de wandeling, als alles even stil staat, als gisten en rijzen hun tijd inpikken – terwijl mijn modderschoenen op krantenpapier hun opdrogende brokken Vlaamse klei systematisch vrij geven.

Deeg

• 100 gr roggemeel
• 150 gr voltarwe meel, bio
• 250 gr witte tarwebloem, uit het Bakkershuis
• 15 gr verse gist
• 4 EL zure room
• 1 KL rietsuiker
• 10 gr oceaanzout
• 220 ml lauw water
• 40 ml betere olijfolie
• 2 EL Chia-zaadjes
• 150 gr mooie pompoenpitten

Werkwijze

• Bereid eerst de gistmengeling traag voor: meng de zure room met de verse gist, de suiker en 2 EL witte tarwebloem en zet ruim 20 minuten warm weg
• Meng de bloem/meelsoorten met het chia-zaad, maak een kuiltje in het midden en giet er de werkende gistmengeling in. Dek toe en laat opnieuw minstens een kwartier staan
• Start het kneden met het water, voeg olie en zout toe
• Bol stevig op en snij het deegstuk kruislings in, laat 10 minuten rusten onder een vochtige handdoek

Deegstuk

Snij in en leg in rijsmand

Dek goed af

Geef eerste rijs 35 minuten

• Eerste rijs, goed afgedekt op een warme plaats: 35 minuten
• Sla het deeg door, verdeel er het grootste deel van de pompoenpitten over, en pas de gekende techniek van plooien, vouwen en oprollen toe

Sla het deegstuk door

Strooi er de pitten over

Druk ze licht in

Vouw, plooi en rol op

• Steek het deegstuk in twee gelijke helften, zorg dat de pitten goed verdeeld zijn en bol elk stuk zeer goed en krachtig op
• Bak het rond, of vorm de stukken langwerpig (ongeveer 25 cm)

• Laat 15 minuten rusten onder een vochtige handdoek
• Bestrijk gul met roggemeel en schik op de voorbereide blauwstalen bakplaat
• Laat ongeveer 2 uur rijzen, goed afgedekt op een warme plaats

Tweede rijs

Stilleven…

Stalen bakplaat

• Bak de broodjes af in een oven op 220 graden, voorzie wat stoom, gedurende 30 à 35 minuten – tot ze hol klinken als je op de onderkant klopt
• Laat afkoelen op een rooster