Al eens eerder verschenen op dit blogje, dus het is een kleine in-herhaling-valling. Was memorabel zelfs, destijds, op die 30^ste oktober, gezien het bijzondere commentaar ter zake. Een variant mag weer eens even.

Door de weekse broodjes zijn vaak nog de beste en vooral de vlotste. Niet veel tijd om na te denken en tijd te kort om veel te doén, want zo gaat dat na een inspiratieloze werkdag, eens de gewassen sokken uitgeraapt zijn en er terug de juiste paren van gemaakt werden (I hate it), de vuilniszak naar de container en de vaatwasser gevuld én swenst een stevige avondwandeling van 5 km om de benen gestrekt te krijgen – en laten circuleren wat circuleren moet. Doch terwijl de bloemkoolsoep met verse koriander staat te pruttelen zijn de keukentemperaturen ideaal om hier of daar wat te rijzen te leggen. Eenvoudig en lekker deegje, makkelijk en gul ingesneden rechtstreeks op de bakplaat, malse kruim in het verschiet want yoghurt geeft altijd wat zachtheid aan het brood – en dat hebben we graag, die zachtheid.

Misschien nog even meegeven dat het bakken van rijkelijk-smakelijke, hartige of zoete taarten, overheerlijke koekjes, knapperige speculaas of gembercake, om nog niet te spreken van de heuse smeuïge peperkoek, er nog steeds niet zitten aan te komen. De verleiding is sterk en bijna des duivels, maar de weegschaalnaald blijft genadeloos streng. Wat niet weg neemt dat een huishoudelijke avond zoals tussen de regels door beschreven in het magistrale kookboek “De Boerinnenbond“, ook wel eens leuk kan zijn.

Deeg

• 100 gr roggemeel
• 250 gr bio voltarwemeel
• 200 gr witte tarwebloem
• 9 gr droge gist
• 1 KL rietsuiker
• 10 gr fijn oceaanzout
• 40 gr vetstof (zachte boter of fijne olijfolie)
• 330 ml magere yoghurt op kamertemperatuur (je kan ook volle yoghurt gebruiken, maar dan zou ik de vetstof met minstens 50% verminderen)

Werkwijze

• Meng de meelsoorten met de bloem, de suiker en het droge gist
• Giet er de volledige yoghurt over en meng stevig met een houten spatel, alsof je een zanddeeg zou maken
• Laat even staan
• Start de robot en kneed systematisch: zie of de deegbal zich vormt en voeg zo nodig nog een klein beetje yoghurt toe. Dan de vetstof en tenslotte het zout
• Kneed het deegstuk nog eens stevig met de hand door, tot het voldoende vochtig en iets kleverig aanvoelt
• Laat 10 minuten rusten onder een vochtige handdoek
• Snij kruislings in en geef een eerste rijs van 45 minuten, goed afgedekt op een warme plaats

• Sla het deegstuk door, plooi en vouw het, rol op en deel in twee gelijke helften
• Bol elke helft zeer stevig op, tot vaste ronde stukken (zoals meloenen of cavaillons in de zomer)
• Laat opnieuw 10 minuten vochtig rusten
• Snij kruislings diep in met een zeer scherp mes, dek af en zet warm weg voor een tweede rijs van 120 minuten (Opgelet: de deegstukjes niet met bloem of meel inwrijven)
• Verwarm de oven voor op 230 graden, bestuif de broodjes kort met de watersproeier en schuif ze meteen in de hete oven

• Daal na 10 minuten naar 210 graden en bak af gedurende totaal 25 à 30 minuten (leg er wat aluminiumfolie op indien ze te vlug kleuren)
• Laat afkoelen op een rooster