Tags

, , , ,

“Wààààr is da feestje? Dààààr is dat feestje…” Ik hoor het menig ludieke en uitgelaten student (M/V) hier in de buurt vaak luidruchtig zingen, op christelijke of onchristelijke uren, te pas en te onpas, netjes in de toonaard of zo vals als een kat, gezongen wordt er, want daar dienen studenten voor. En om hun fietsen overal losbandig neer te gooien, zodat er geen meter meer vrij is op het voetpad – of elders. Niet ter zake, verre van zelfs.

Gisteren mezelf genadeloos voor een karakteriële uitdaging gesteld, weze het eerder bij toeval dan bewust (en dus ook niet enkel op aanraden van Sjaak :-)) en “door er toevallig voorbij te komen” even binnen gesprongen in Het Bakkershuis hier in Gent. Het is een uitgemaakte zaak: ik heb géén karakter als ik op dergelijke eilanden van overdaad terecht kom, totààl niet zelfs. De zoektocht naar de correcte vormpjes voor de Gentse bolussen (“voorlopig even niet op voorraad, we bellen u volgende week als ze binnen zijn”) heeft dus die gekende en oh zo voorspelbare scherpe bocht genomen naar een nieuwe blauwstalen bakplaat met iets opstaande rand (die had ik al zo lang nodig), een kader om bijvoorbeeld een grote appelcake, een biscuit of een volwassen uit de kluiten gewassen Focaccia in te bakken (gewoon onmisbaar in elke keuken), cilinders om kaasrollen netjes vorm te geven (eindelijk gevonden!), een maatbeker (het is te zeggen, een formaat van 250 ml, die had ik nog niet, alleen groter of kleiner, dus ik dacht bij mezelf, da’s handig, en terwijl ik hier nu toch ben, en voor de prijs moet je het niet laten, en ik verlang er al zo lang naar en zo’n tussenmaat in maatbekers komt altijd van pas, zeker om bijvoorbeeld een gistbereiding in te zetten, of…)  Kortom, vrij naar het erg toepasselijke Franse spreekwoord “les excuses sont faites pour s’en servir”). Alles netjes toegelicht en uitgelegd door een super vriendelijke en onderlegde verkoopster, die me trouwens prompt een recept voor Focaccia door mailde. Fel bedankt Nadine, ik probeer het zeker binnen de kortste keren eens uit.

Ter gelegenheid van een feestje van een mijner vrienden (dààr is da feestje) wat nu overigens verondersteld in volle explosie moet zijn, werd me elegant en diplomatisch vooraf gevraagd om wat lekkers in mekaar te steken, waaronder uiteraard gebak. Maar ook de beroemde Limburgse Kartoffelsalat en een eigen (super makkelijk) receptje van geplette sardines met curry en zoute kappertjes om een degelijke onderbouw te geven aan eender welk gezellig aperitief moment, om maar iets te zeggen.

Als er veel mensen samen komen en verbroederend/verkennend door mekaar lopen, is het handig om hier en daar een brok brood bij een gerechtje te nemen, om te doppen, te sauzen, te beleggen, te dippen, te besmeren, bij de kaas, bij de flinterdunne schelletjes van het een of het ander, zoals zalm of peperdure hespen – dergelijke exquise lekkernijen zie je de dag van vandaag wel vaker opduiken op feestjes. En daarom wat LTC betreft een collectie bijzonder geslaagde notenbroodjes aangeleverd als toegevoegde waarde, samen met de eerste reuze Focaccia uit mijn leven, beiden écht wel de moeite om te doen.

Gewerkt met o.a. witte tarwe van Het Bakkershuis, en meteen ook met een nieuw soort vloeibare desem, waarbij je gewoon het mengwater voor het deeg met 10 tot 15% moet aanlengen. Verder gewoon (verse of droge) gist gebruiken, als naar gewoonte of volgens het recept. Wat mij betreft een prima eerste ervaring, zowel op het gebied van de smaak als het rijzen, zonder daarom uitgesproken aanwezig te zijn. Ik probeer zowat mijn mening te vormen (en te kneden!) over de producten die ik voor mijn bak-experimenten gebruik en dat is op zich altijd weer opnieuw uitermate boeiend. Typerend voor alles wat uit Het Bakkershuis komt: het gaat gewoon beter, vlotter, eenvoudiger… Al mag dit niet als een gratuite publiciteit klinken.

De werkwijzen voor beide feestelijke deegstukken verliepen volgens het inmiddels en bijna klassieke LTC-principe: met een poolish van 20% in verhouding tot het hoofddeeg en de avond voordien ingezet, een wat kortere eerste rijs (30  tot 45 minuten maximum) en een hoofdrijs van ongeveer een uur. Veel rusten tussendoor, uiteraard.

Het was een waar genot om zo intens en verdiept uren na mekaar in mijn keuken met al deze leuke spullen en ingrediënten verkennend, knutselend zelfs, bezig te zijn, mede in de wetenschap dat er door veel volk op dit moment waarschijnlijk/hopelijk van genoten wordt.

Love is all 🙂

Nodig voor ongeveer 24 notenbroodjes

  • Poolish witte tarwe 120 gr + 120 ml lauw water + 3 gr verse bakkersgist
  • 150 gr havermeel
  • 50 gr roggemeel
  • 100 gr spelt volkorenmeel
  • 300 gr witte tarwe van Het Bakkershuis
  • 15 gr verse bakkersgist (voorbereid met 1 KL suiker, 1 KL witte tarwebloem en 100 ml lauw water)
  • 10gr fijn zeezout
  • 30 gr malse boter in blokjes
  • 250 ml lauw water, waarvan 10 % desemsolutie
  • 250 gr gemengde en vers gebrande noten, in grove stukken gehakt

Steek van het moederdeeg stukjes af van ongeveer 60 gr, bol ze stevig op en rol ze door een mengeling van 50/50 witte bloem met aardappelmeel. Schik ze daarna ruim uit mekaar op de bakplaat

Nodig voor 1 reuze think big Focaccia

  • Poolish witte tarwe 180 gr + 180 ml lauw water + 5 gr verse bakkersgist
  • 600 gr witte tarwe Het Bakkershuis
  • 300 gr Semola Rimacinata
  • 18 gr verse bakkersgist (voorbereid met 1 KL suiker, 1 KL witte tarwebloem en 100 ml lauw water)
  • 60 ml fijne olijfolie
  • 16 gr fijn zeezout
  • 350 tot 400 ml lauw water, waarvan 10% desemsolutie

Vulling

  • 3 EL fijn geknipte zelf gedroogde rozemarijn
  • 1 KL gedroogde tijm (ook zelf gedroogd 🙂 )
  • 1 Kl grof zeezout (voor de afwerking)
  • 150 gr half zongedroogde tomaatjes, goed gedept en gedroogd
  • 200 gr versneden zwarte en groene olijven
  • 200 gr Pancetta, in kleine stukjes geknipt of versneden
  • 100 gr fijn gemalen Parmezaanse kaas van goede kwaliteit