Tags
Volgens Google bestaat “un pain Bressolles niet”. Welnu, met ingang van heden komt daar – tijdelijk althans – verandering in en is deze pain beschikbaar in het uitgewerkte lokale LTC-gamma. Met andere woorden, er wordt hier dus voorname geschiedenis geschreven. Tijdelijk omdat de zak zuiver witte Camp Rémy hier in huis – gemaakt van het graan wat weelderig groeit op de glooiende akkers van de Pays Bourdonnais en gemalen tussen de eeuwenoude knerpende stenen (*) van Le Moulin de Bressolles – een beperkte oplage is. Anders gesteld: deze rechtstreekse invoer zal zich waarschijnlijk beperken tot een éénmalig heugelijk feit (want meegebracht door dierbare vrienden die zélfs op vakantie in La Douce aan me denken!) en met mondjesmaat en spaarzaam verwerkt worden in de reeksen broden die op het programma staan.
De Minoterie Bernatot ligt op ongeveer 35 km ten noordoosten van Lyon en wordt naar eigen zeggen generatieslang door dezelfde familie uitgebaat, gebruik makend van – zoals Brel ooit zo liederlijk zong in “ne me quitte pas” – “les meilleurs blés pour réaliser une farine artisanale de qualité”. Waarvan inmiddels akte trouwens.
En uitgerekend van die farine de qualité, is er hier een voorraad van 5 kilo beschikbaar. Correctie, wàs, want uiteraard werd er meteen een experiment ingezet om aan den lijve te ondervinden op welke strenge waarderings- en kwaliteitsschaal vers en eigen gebakken brood van deze molen zou eindigen. Het behoeft uiteraard geen betoog, en er is op geen enkele manier door mijn vooroordelen te geraken, en ten tweede, ik bevestig volmondig de Franse nobele uitspraken want er liggen (lagen!) deze morgen twee heerlijk knapperige broodjes lonkend op zijn Frans op de plank.
Gisteren zo klassiek en zuiver mogelijk het recept in mekaar gestoken voor mijn tijdelijke Pain Bressolles, een handig handje geholpen door de welwillendheid van de natuur gezien het overdag toch wel méér dan ideaal weer was om brood te laten rijzen. Te starten met het voordeeg, wat in de ochtend al onder de handdoek ging en ergens in de vroege namiddag bijna niet meer te houden was van wellustigheid en schuimende opstand – waardoor om het risico op ontsnapping te beperken, de deegverwerking meteen opgestart werd.
Lauwe karnemelk en een afgestreken eetlepel honing op een totaal van 500 gram bloem zijn de twee enige verrijkingen om tot deze soort uit te werken tot een stug, koppig en weerbarstig deeg, waarbij vooral de vochtverhouding wat moest bijgesteld worden, met andere woorden, iets meer dan de klassieke 60%. Boter had gekund als vetstof, maar omdat de karnemelk al vol is, wijselijk toch maar een kleine hoeveelheid walnootolie na de 7de kneedminuut toegevoegd.
Naar algemene regel en overtuiging heeft elk goed brood absoluut en boven alles tijd en platte, tochtvrije rust nodig, dus het edele deegstuk ging een vijftal uur in frigorijs, al was het maar om te wennen aan de nieuwe Vlaamsche omgeving én de oven pas aan te moeten steken in de avonduren, nadat de zon het voor bekeken hield.
Gelove wie geloven wil maar deze morgen uitzonderlijk vroeg – naar normen van een vers gepensioneerde dan wel – opgestaan om het vlijmscherpe broodmes te hanteren en te ontbijten met zuiver, eerlijk en ouderwets wit brood. Met leuke eigenschappen als een mals, veerkrachtig en soepel kruim, een knapperige korst en bovenal een geurig-aangename smaak, is dit brood een volwaardige Pain Bressolles te noemen, tenminste, naar mijn eigenste bakkerswaarden. Allez vooruit zoals we altijd zeggen, eindelijk een AOC-broodje in de collectie 🙂
(*) licht geromantiseerd
En hoewel de speciale Camp Rémy van monsieur Bernatot hier de hoofdviool speelt als ingrediënt, hoe dan ook het recept:
Zal wel een suuuuperlekker broodje geweest zijn. En geen paniek, bij ons volgende bezoek aan Bas brengen we weer een zak Camp Rémy mee (misschien wel een van 25 kg). En in Bretagne gaan we toch ook eens zoeken naar een plaatselijke molenaar en dan laden we de koffer vol!
Da’s dan weeral afgesproken 🙂 En in het boekje van Le Moulin de Bressolles zag ik dat ze nog vééééééél andere soorten hebben. Het proberen waard om daar eens een Frans rozijnenbrood mee te bakken, om maar iets te zeggen en bij wijze van voorbeeld… 🙂
Never change a winning team! Je rozijnenbrood was uit de kunst. Ik weet niet of dat nog voor verbetering vatbaar is. Maar die andere soorten brengen we zeker de volgende keer mee.
Er zit er hier eentje te blozen – en het is dit keer niet door de warmte van de oven 🙂 Doet deugd aan het bakkershart dat de proevers van het eerste uur tevreden blijven!
wel Danny, als dat het witte broodje is, dat ik bij u besteld heb : uniek! er stond inderdaad “camp rémy” op het etiketje. Mag ik er nog eentje bestellen voor die 5 kilo op zijn? Magda.
Het zijn inderdaad de witte “blokjes”, gemaakt op traditionele wijze en die smaken zoals in de tijd van toen. Nu met de échte Franse Camp Rémy in huis, rechtstreeks ingevoerd dan nog wel, is het top-kwaliteit geworden. De 5 kilo zullen er rap door zijn, dus alvast één exemplaar voor het 1ste verdiep gereserveerd!
Danny,
In jouw hoedanigheid van Importeur stel ik je de vraag: Zou je ook kunnen fungeren als exporteur? Dan ontstaat er een soort “Transito”, ofwel, België wordt dan doorvoer land. Ik zie hier hier soms belgische zeilschepen via de hoge mastenroute over de Oude Rijn varen, mogelijk kan er een heel klein zakje van uw meel meevaren!!!!!
Ik begrijp dat je goed voorzien wordt door een trouwe volger, helaas moet ik zelf ook maar eens bij uw zuiderburen gaan zoeken. De studiereis staat geboekt op 16 mei.
De foto’s van het brood zijn veel belovend uit, mooi gebakken en met een ëigen “twist”.
Groet
Sjaak
De ervaring leert ons, waarde collega, dat een goede grondstof inderdaad grotendeels aan de basis ligt van een beter eindresultaat. En het zou dus al even inderdaad een hele nuttige oefening kunnen worden moesten we beiden met dezelfde bloem (of meel) een zelfde brood bakken, om dat vervolgens door onze trouwe proevers kritisch te laten beoordelen en de meningen te bundelen/vergelijken. Moet over nagedacht worden. Anderzijds, moest Gent per 16 mei op de route naar het zuiden liggen, vergeet vooral niet de pinkers aan te zetten richting Sint Pieters Station! Een selectie van Belgians Best zal klaarstaan 🙂