Tags
Het brood bakken was eigenlijk voor gisteravond voorzien, maar door verdiept te geraken in verschillende soorten boeiende literatuur, was het plots later dan verwacht en ging de poolish gezwind de koelkast in, en was er dientengevolge een bakker die ’s anderendaags ’s morgens al even gezwind aan de oven moest gaan staan. Een mooi begin van een stralende lentedag, met een natuurwandeling op de planning en swenst een vers gebakken broodje gaan afgeven bij de kids van mijn rechtstreekse neef (welke benaming hebben de kinderen van mijn neef dan ten opzichte van mij – zat ik me af te vragen – en ik ten opzichte van hen? Ook neefjes en nichtjes? En ik gewoon een nonkel? Of is dat dan al groot-nonkel?) Zal er mijn verstand eens over breken of te raden gaan bij Mister Google, die zal het zeker wel weten.
Maar vers gebakken brood om dikke boterhammen van te snijden, dat lijkt me wel lekker voor elke kid, zeker als er een goede verhouding in zit tussen rijkelijk meel en een zachte tarwebloem. Wie weet doet het lepeltje honing nog meer smakelijke wonderen…
Deeg
De avond voordien
- Poolish van 100 zachte tarwe + 100 ml lauw water + 2 gr verse bakkersgist. Meng goed met een klopper en laat een paar uurtjes op kamertemperatuur staan. Daarna met plastic folie afdekken en laten overnachten in de koelkast.
- Haal ’s ochtends minstens één uur voor het gebruik de poolish uit de koelkast en laat “bekomen”
Voorbereiding
- 20 gr verse bakkersgist oplossen in ongeveer 100 ml lauw water + 1 KL rietsuiker + 1 KL witte tarwebloem. Meng goed met een kloppertje en laat een kwartiertje afgedekt staan
- Meng de bloem/meelsoorten, maak een kuiltje in het midden en giet er de werkende gistvloeistof in. Dek toe en laat opnieuw een kwartiertje staan.
Deegsamenstelling (800 gr + poolish)
Alle bloem- en meelsoorten zijn van biologisch cultuur (Italië en Nederland)
- 50 gr roggemeel
- 50 gr havermeel
- 50 gr grof tarwemeel
- 200 gr griesmeel
- 450 gr witte tarwebloem, tipo 0
- 300 ml lauwe, volle melk
- 60 gr malse boter, in stukjes
- 14 gr fijn zeezout
- 1 ei, wit en dooier schuimig opgeklopt
- 1 EL malse honing (ik heb lavendel gebruikt)
Werkwijze
- Meng de poolish bij de bloem/meelmengeling en start het kneden
- Voeg er de helft van de lauwe melk bij, en dan de helft van de malse boter tot het deeg vorm begint te krijgen
- Daarna het tweede deel van de melk en de boter + de EL honing
- Als het deeg opnieuw begint vorm te krijgen het opgeklopte ei toevoegen
- Daarna het zout
- Machinaal kneden gedurende 12 minuten (het deeg mag iets kleverig zijn, maar moet zich “gewillig” laten losmaken van haak en kom)
- Manueel verder kneden en eventueel nog wat lauwe melk of water toevoegen: het moet een vrij nat deegstuk worden
- Laat 15 minuten rusten onder een vochtige handdoek
- Schik het deegstuk in een met olie ingevette kom en een geef een eerste rijs van 30 minuten (warme plek, kom goed afgedekt)
- Sla het deeg door, plooi het en rol het op
- Verdeel in twee gelijke helften (+/- 1600 gr = 2 x 800 gr) en bol de deegstukjes zeer stevig op
- Laat ze opnieuw een 10-tal minuten rusten en wrijf ze dan goed in met een mengeling 50/50 griesmeel en witte tarwe
- Schik ze in de blauwstalen bakvormen (15x25x7), vooraf met boter ingevet en bestrooid met bloem, en duw de deegstukjes met de vlakke hand een beetje plat
- Geef een tweede rijs van 60 minuten, goed afgedekt op een warme plek
- Verwarm de oven voor tot 200 gr en bak de broodjes goudbruin gedurende 40 tot maximimum 45 graden
- Ontvorm en laat afkoelen op een rooster
En of het brood gelukt was !!!!
Zacht, toch dense, met een krokante korst, zalig met wat kaas en een goed glas wijn….en dan spreek ik nog niet van het gezelschap !